Info
Totstandkoming van de website
De website Utrechtse Kronieken is voortgekomen uit een gezamenlijk project van Het Utrechts Archief en de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Een aantal kronieken (in de ruime zin van het woord) uit beider collecties is bijeengebracht, waarbij elke handgeschreven bron kan worden geraadpleegd in een digitale versie van het origineel, met daarbij een transcriptie en zo mogelijk een ver- of hertaling.
Eind 2007 werd een projectgroep geformeerd, bestaande uit Kaj van Vliet (rijksarchivaris, HUA), Bart Jaski (conservator handschriften, UBU) en Hans Mulder (conservator oude drukken UBU; tot 2011). Begin 2008 kwam Carla de Glopper (docente paleografie, UU) de projectgroep versterken.
Datzelfde jaar werd gestart met de bewerking van de handschriften, te beginnen met de digitalisering ervan. De meeste transcripties en een aantal vertalingen zijn vervaardigd door studenten en vrijwilligers.
Voor de redactie, het schrijven van de inleidende teksten en de digitale verwerking van de teksten werd in september 2013 Rolf de Weijert voor ruim een jaar door beide partners aangesteld. Ook naderhand bleef hij betrokken bij het project, waarbij stagiair Charlotte Schuitemaker de laatste werkzaamheden coördineerde en gedeeltelijk ook uitvoerde. Annelot Vijn (HUA) leverde de nodige technisch ondersteuning. De presentatie van de website vond plaats op 2 juni 2015 in Het Utrechts Archief, samen met lezingen en een kleine tentoonstelling van de handschriften met de kronieken waar het allemaal mee was begonnen.
Het project werd financieel ondersteund door de provincie Utrecht.
Verantwoording transcripties en vertalingen
In de transcripties zijn enkele aanpassingen aangebracht in de tekst. Het gaat hier veelal om het moderniseren van de middeleeuwse tekst, zodat deze toegankelijker wordt voor een hedendaags lezerspubliek. De volgende richtlijnen zijn gebruikt:
- De spelling van de u/v/w en de i/j is aangepast aan modern gebruik. De letter ‘ij’ wordt als ‘ij’ geschreven, indien in de huidige gangbare spelling ook nog ‘ij’ geschreven wordt. Wordt de ‘ij’ van de oorspronkelijke tekst tegenwoordig niet als een ‘ij’ geschreven, dan wordteen ‘y’ gebruikt.
- De afkortingen in de lopende tekst zijn opgelost, met uitzondering van de verwijzingen naar auteurs en boektitels in de marges van Buchelius’ Diarium. Ook Jaartallen en telwoorden zijn niet altijd helemaal uitgeschreven. Wanneer jaartallen en telwoorden superscript hebben, is dat niet getranscribeerd, maar is het superscript gehandhaafd: bijvoorbeeld: Mo = Millesimo.
- De interpunctie en hoofdletters zijn aangepast aan hedendaags gebruik. NB: ook de puntjes die vaak tussen de Romeinse cijfers van jaartallen stonden, zijn verwijderd.
- Het al dan niet aaneenschrijven van woorden is in het geval van Middelnederlands eveneens met het hedendaags gebruik in overeenstemming gebracht. Hierbij is zo nodig gebruik gemaakt van een afbreekstreepje en de apostrof.
- Niet getranscribeerd zijn de later toegevoegde paginanummers, dateringen of stempels. Ook gebruikssporen zijn niet getranscribeerd.
- Rubricering is slechts in een aantal gevallen aangegeven in de transcriptie; alleen wanneer de rubricering duidelijk een nieuw tekstdeel markeert en het het lezen van de tekst vergemakkelijkt. Ook jaartallen zijn om die reden vetgedrukt in de transcriptie.
- Doorhalingen zijn weggelaten uit de transcriptie.
- In de kroniekteksten zijn verschillende soorten toevoegingen aan te treffen, die op verschillende tijdstippen kunnen zijn gedaan; tijdens het opstellen van de tekst of op een later tijdstip. Ze kunnen in de tekst zelf of in de marge zijn genoteerd.
a. Marginalia zijn zo veel mogelijk geïncorporeerd in de lopende tekst waar de aantekening op betrekking heeft. Ze kunnen verschillende functies hebben. Voor de kroniek van Van Erp fungeren de marginalia als paragraaftiteltjes of kopjes. Bij het Diarium zijn het veelal verwijzing naar auteurs en literatuur waar Buchelius gebruik van heeft gemaakt.
b. Tekstuele verbeteringen en toevoegingen die in de kantlijn, of boven de regel staan vermeld, zijn in de tekst geïntegreerd. Soms wordt hierbij een verwijsteken gebruikt. In de transcriptie zijn deze toevoegingen gemarkeerd met slashes: \ en /. Tekstuele toevoegingen die (afgaande op de gebruikte inkt) op een later tijdstip zijn ingevuld in een open gelaten ruimte, zoals verschillende persoonsnamen en jaartallen in de kroniek van het Nicolaasconvent (UB, 1260), zijn niet afzonderlijk gemarkeerd.
c. (Latere) aanvullingen op de tekst, al dan niet door een andere hand zijn als afzonderlijke teksteenheid opgenomen. Met name de Catalogus Episcoporum kent veel van dergelijke aanvullingen. Ook de Gijsbert Lap van Waveren maakte in de Bellum Traiectinum van Bommelius enkele aanvullingen.
Colofon
De website Utrechtse Kronieken is een gezamenlijk initiatief van Het Utrechts Archief en de Universiteitsbibliotheek Utrecht.
Projectgroep (2007-2015)
Kaj van Vliet, Rijks- en gemeentearchivaris, HUA
Bart Jaski, conservator handschriften, UBU
Carla de Glopper, docente paleografie, UU
Hans Mulder, conservator oude drukken, UBU (tot 2011)
i.s.m.
Rolf de Weijert, promovendus Geschiedenis, UU (2013-2015)
Annelot Vijn, beheerder collectiesystemen, HUA
Charlotte Schuitemaker, stagiair Middeleeuwen en Renaissance studies, UU (2015)
Utrechtse Kronieken financieel mede mogelijk gemaakt door:
Provincie Utrecht
Vormgeving en bouw website
ab-c media, Leiden
Technische realisatie
De Ree archiefsystemen, Groningen
Teksten
Het auteursrecht op de teksten berust bij Het Utrechts Archief en de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Reproductie hiervan voor eigen gebruik en in met onderwijs samenhangende documenten (scripties, werkstukken en readers) is met bronvermelding toegestaan. Vermenigvuldiging van tekstmateriaal voor commerciële doeleinden - ook framing van dit materiaal in andere websites - is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van genoemde organisaties.
Beeldverantwoording
Voor deze website is gebruik gemaakt reproducties van de bewerkte handschriften van Het Utrechts Archief en de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Van het gebruikte beeldmateriaal is het merendeel afkomstig uit de collectie Beeldmateriaal van Het Utrechts Archief. Daarnaast zijn afbeeldingen gebruikt uit de collecties van Germanisches Nationalmuseum Neurenberg, Stadsarchief Amsterdam, Universiteitsbibliotheek Amsterdam en Universiteitsbibliotheek Leiden. Deze afbeeldingen zijn onder Creative Commons vrijgegeven voor distributie.